Kwaliteit

Kwalitatief goed onderwijs verzorgen: dat is ons streven. Wie dat wil, moet zorgen dat de verantwoordelijkheid voor kwaliteit overal in de organisatie terug te vinden is. Bij ons vindt u die in verschillende lagen:

  • Overleggen tussen ib’er en leerkracht op leerling- en groepsniveau;

  • Overleggen in fasevergaderingen;

  • Overleggen in teamvergaderingen;

  • Overleggen in MT-vergaderingen;

  • Overleggen in BMT-vergaderingen;

  • Overleggen in DO-vergaderingen;

  • Overleggen tussen algemeen bestuur en dagelijks bestuurder.

Dat zijn geen vrijblijvende overleggen. We hebben met elkaar afspraken gemaakt over het geven van onderwijs, bijvoorbeeld door te kiezen voor het DI-model en drieslagmodel. Dit soort afspraken worden in de hele stichting nageleefd. We houden hier grip op via klassenconsultaties. Naar aanleiding van de bevindingen van de klassenconsultaties en de leerresultaten, wordt vervolgens begeleiding geboden door de ib’er. Die leerresultaten worden twee keer per jaar gemonitord: in de midden-monitoring en de eind-monitoring.

Al onze scholen hebben hun eigen schooldoelen geformuleerd. Die doelen worden jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. Als er uitschieters zijn, vraagt dat altijd om aandacht en wordt er gekeken naar wat er nodig is om de kwaliteit op orde te brengen. Hierbij wordt verwacht dat uit elke analyse gerichte interventies komen om het onderwijs te verbeteren. De analyse en voorgestelde interventies worden besproken en bediscussieerd in het BMT en vervolgens uitgevoerd. In een volgende bijeenkomst worden ze weer besproken, bijgesteld en geborgd. Dit gaat volgens de PDCA-cyclus die wij hanteren (plan – do – check – act).

Naast deze analyses is er doorlopend aandacht voor onderwijs en begeleiding om de leerresultaten te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan het lesaanbod of differentiatie. Ook thema’s als welbevinden en tevredenheid worden regelmatig besproken en geanalyseerd.

Al onze doelen zijn terug te vinden in de schoolplannen (jaarlijks) en het strategisch beleidsplan (per vier jaar). De doelen in het strategisch beleidsplan (waar de schoolplannen op voort bouwen) worden drie keer per jaar besproken in de managementrapportage. We hebben daarbij een overzicht van welke items in welke rapportage besproken worden.

 

Kwaliteitscultuur

Kwaliteit is niet alleen te vangen in processen. Het gaat ook om de kwaliteit van alle medewerkers. Zij bepalen uiteindelijk de kwaliteit van ons onderwijs. Professionalisering staat daarom hoog op onze prioriteitenlijst. Hier wordt jaarlijks budget voor vrijgemaakt. Het MT kijkt waar behoefte aan is of wat voor scholing nodig zou zijn. Naar aanleiding hiervan worden teamscholingen gepland in de jaarplanning. Leerkrachten en werkgroepen hebben hier zeggenschap over. De manier waarop de teams zich willen professionaliseren staat ook beschreven in de schoolplannen.

Daarnaast is er voor alle medewerkers ruimte voor individuele professionalisering. Dit gebeurt via klassenconsultaties, persoonlijke ontwikkelingsplannen en functioneringsgesprekken. De behaalde resultaten van een groep zijn daarbij leidend, ook als het gaat om welke professionaliseringsstappen een medewerker kan nemen. Bij een aanvraag hiervoor wordt dan ook altijd gekeken naar het nut en de noodzaak ervan. Past de aangevraagde stap binnen het ontwikkelingsprofiel van een medewerker? Past het in de bekwaamheidseisen? Past het binnen het beroepsprofiel? Hiervoor maken wij gebruik van competentieboekjes. Zo weten we zeker dat onze medewerkers stappen zetten die de kwaliteit van ons onderwijs ten goede komen.

Bij professionalisering hoort ook zeggenschap. Naast dat leerkrachten verantwoordelijkheid dragen voor het op peil houden van onderwijsprestaties, is het ook aan hen om de onderwijsprestaties te analyseren en iets te vinden van de resultaten. Dit bespreken zij met de ib’er uit de fase, wat weer een plek krijgt in de analyse van de school. Het oppakken van dat eigenaarschap is iets waar wij op inzetten.